top of page

fons Pairoux

Eventuele gelijkenissen tussen Afrikaanse maskers en Europese gasmaskers zijn geheel toevallig.
De verschillen zijn fundamenteel.​

Er is natuurlijk het feit dat beide soorten er min of meer afschrikwekkend, of op zijn minst ongewoon en verassend uitzien (door de geometrische misvorming bijvoorbeeld, ogen als cirkels, een neus als een slurf). In deze misvorming of overdrijving komen ze dus overeen. Ook is er het feit dat Afrikaanse maskers en gasmaskers een uiting zijn van een bepaalde cultuur, waarmee ik bedoel een manier waarop mensen met elkaar samenleven. Beide zijn dus het teken, één van de vele tekens, van een bepaalde cultuur.
 

En hier begint het grote verschil.​​

Afrikaanse maskers kunnen kwaadaardig zijn; ze willen respect afdwingen en zelfs afschrikken. Hun uiteindelijk doel is de traditionele regels van hun samenleving te doen respecteren. Om samen te leven moeten er regels zijn. Die regels moeten worden afgedwongen. Wie de regels niet respecteert, loopt een risico: de maskers (die de geesten of demonen vertegenwoordigen) zullen komen en je doden of ziek maken.

 

Maskers kunnen ook goedaardig zijn en een mens beschermen, hem genezen van een kwaad lot, een vloek die op je rust, of een ziekte. Maskers kunnen helpen en troostten en moed inspreken. Ook zo zorgen zij voor orde en vastheid in de samenleving. Maskers moeten de mens aanspreken, een mens treffen, een blijvende indruk maken. Ze vervullen in feite een positieve, in zekere zin zelfs waardevolle en nobele functie.

Met gasmaskers ligt het enigszins anders. Wel waren ze (tijdens de eerste wereldoorlog) één van de belangrijkste uitingen van onze westerse "cultuur". Hoe belangrijk? Vraag het aan de soldaten in de loopgraven die deze maskers nodig hadden om te overleven. Zeer belangrijk. Deze maskers waren geen nevenverschijnsel, geen technische gadget, geen bijkomstig fenomeen van "beschaving", maar het wezen zelf ervan. Een beschaving die zo moorddadig was, en is, dat het voor ons westerlingen zelfs moeilijk te bevatten is en dus in de regel wordt "geïgnoreerd", "vergeten", of beschouwd wordt als "iets dat vroeger was, maar nu niet meer".

Afrikaanse maskers behoren tot het domein van de kunst: de kunst van het samenleven en de kunst van het schone. Gasmasker hebben niets met kunst te maken (behalve misschien als ze getekend, geschilderd of gefotografeerd worden). Hoop en al behoren ze tot de krijgskunde . Die erin bestaat je medemens zeer efficiënt, zeer meedogenloos en zeer massaal uit de weg te ruimen.

In de vergelijking die ik hier gemaakt hebt, ligt het idee van beschaving eerder bij de Afrikanen dan bij ons.

Fons Pairoux

Markt 6/1

Heppen

bottom of page